De middle of nowhere
Door: Anne
Blijf op de hoogte en volg Anne
14 December 2008 | Kameroen, Buéa
Vorige week waren we in de hoofdstad Yaoundé, waar we er al snel achter kwamen dat Kameroen geen stedentrip land is. Het begrip Cultuur (met de grote C) kent Afrika een stuk minder. In onze trouwe Bradt (reisgids red.) lazen we over de Notre Dame Cathedrale als ware attractie, maar die bleek een finex-stijl kerk met golfplaten dak.
Dus na een paar dagen was het tijd voor – jawel – een tropisch stand. Kribi is dé trekpleister voor Kameroenezen die geld hebben voor toerisme en voor fatsige blanke mannen in hawaishirts. Wij genoten er vooral van de palmbomen, het warme zeewater en net gevangen, gegrilde vis op het strand. En wat hebben we vaak aan Nederland gedacht en hoe jullie daar allemaal door de kille sneeuw lopen, terwijl wij met bikini’s aan met onze voeten door het warme zand wroelden. Vlakbij Kribi ligt Lobe een van de twee plekken op aarde waar een waterval rechtstreeks in de zee valt, dat moesten we natuurlijk zien – en het was super. Met een pirogue, een houten Pocahontas-bootje, heeft een gids ons door de rivier Lobe naar boven gepeddeld het woud in. We kwamen langs een eiland in de rivier dat van Yannick Noah is, een Franse artiest die blijkbaar van Kameroenese afkomst is – leuk weetje. Verderop legden we aan bij een Pygmee-dorp (die kleine zwarte mannetjes die in bladerhutjes wonen). Al onze vermoedens werden bevestigd, ze kwamen tot onze schouders en ze wonen met een gezin in ieniemienie hutjes. Al ging de charme van een inheems volk en een beetje af toen onze gids de Pygmees als tegenprestatie voor ons bezoek een plastic zakje met sigaretten, rode wijn en bubblegum overhandigde.
Dorieke en ik hadden eerst gepland om een naar een safaripark in het noorden te gaan, omdat wildlife toch onlosmakelijk verbonden is met Afrika. Maar de weg naar Waza National Park zit vol met bandieten en zou minstens een week kosten. Daarom hebben we besloten naar Korup National Park te gaan, tegen de grens met Nigeria. Een WNF project, waarin 1260 km² regenwoud met beschermde aapsoorten en olifanten. Hoewel minder ver weg, hebben we nog 2 volle reisdagen gemaakt in kleine propvolle auto’s over hobbelige modderwegen. In Mundemba gingen we ‘s morgens vroeg met een gids in de hand de wiebelige houten hangbrug, die we nog kennen uit Indiana Jones, over en hop het regenwoud in. Urenlang hobbelden Do en ik achter een hardlopende gids aan, die zo nu en dan stopte om ons op de schimmen van klimmende apen te wijzen. Verder zagen we nog olifantenvoetstappen en oneindig veel reuzengrote bomen. ‘s Nachts bleven we in een houten hut in het Chimpanzee Camp, waar we onze nachtrust vaarwel konden zeggen vanwege een orkest van honderd soorten knerpende dieren die deden wie het meest geluid kon maken. Al met al een vermoeiende maar heel bijzondere ervaring. Weer in het bewoonde Mundemba bood een WNF-man met grote 4x4 jeep aan ons gratis mee te nemen naar Buea. Op een lekke band na was dat de meest ontspannen reis in Kameroen tot nu toe. Vanuit Buea hopen we morgen de Mount Cameroun, de hoogste berg van West Afrika, te beklimmen. Nieuws volgt.
-
14 December 2008 - 19:31
Marielle:
Nice darling. Tot snel! En ik ben niet jaloers wat na dat gat in de grond verdien je al deze mooie verhalen dubbel en dwars!!!!
Hele dikke XXX -
19 December 2008 - 10:58
Iris:
Tjonge die WNF mensen, toch wel aardige lui! Jungle, strand en lelijke kerken. Klinkt prachtig! Geniet maar van het beetje cultuur wat ze wel hebben! Groetjes Iris
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley